‘BEWUSTWORDING OVER CIRCULARITEIT KOMT OP GANG’
De overstap naar LED verloopt voorspoedig, maar de vergroening van de productie en de exploitatie van openbare verlichting moet beter én sneller. Vijf vragen aan Daaf de Kok, initiatiefnemer van OVL-duurzaamheidsprojecten. “Noemde je drie jaar geleden circulaire economie, dan keek men je met waterige oogjes aan. Die tijd is voorbij.”
Het streven is 100 procent circulaire economie in 2050. Hoe ver zijn we nu?
De Kok: “Dat weten we niet omdat we de meetinstrumenten daarvoor nog niet hebben. We zullen deze op drie verschillende gebieden moeten gaan ontwikkelen. Ten eerste: welke circulariteitsmaatstaven gebruiken we voor de te kopen materialen? Vervolgens: hoe circulair is openbare verlichting (OVL) in gebruik, vooral qua energieverbruik maar ook bijvoorbeeld voor de auto’s die nodig zijn voor de installatie of het onderhoud van de lichtmasten en armaturen. En vervolgens: als OVL aan het einde van haar levensduur is, wat doen we dan met de afgedankte spullen? Vooralsnog weten we niet precies hoe we dit allemaal precies in kaart moeten brengen, maar we kunnen wel al kansen benutten en dus gewoon beginnen. Bijvoorbeeld door een defect armatuur te reparen, in plaats van weg te gooien en door een nieuwe te vervangen.”
Zijn producenten of bijvoorbeeld wegbeheerders en aannemers zich bewust van circulariteit?
De Kok: “De bewustwording is er nog niet over de volle breedte, maar je ziet wel dat sommige leveranciers al goed bezig zijn. Bijvoorbeeld door aluminium te hergebruiken of de productie van lichtmasten vanuit het buitenland terug naar Nederland te halen. Gelukkig gaat circulariteit en bewustwording van duurzaamheid wel hard bij het terugdringen van het energieverbruik.”
Wat beschouwt u als het laatste substantiële succes in het proces om OVL 100 procent circulair te maken?
De Kok (valt even stil): “Vroeger ging het om licht, licht en nog eens licht. De ruimtefoto’s die iedereen vervolgens zag van de westerse wereld die baadt in een overdaad van verlichting, hebben ons bewust gemaakt van energieverbuik en lichtvervuiling. Natuurlijk, ook ik heb kinderen die ’s avonds veilig op de fiets thuis moeten komen, maar de vraag is wel: hoe kunnen we deze veiligheid en dit comfort bieden met zo weinig mogelijk openbare verlichting? Dat is een uitdaging die heeft geleid tot een forse reductie van het energieverbruik.”
Waarom raadt u BUROTETA aan als leverancier van OVL?
De Kok: “Ik hou van ondernemers die een beetje recalcitrant zijn en niet de geijkte paden bewandelen. Wat BUROTETA doet zet je aan het denken: wat nou weggooien? We steken energie in het repareren en eventueel refurbishen van oude armaturen zodat ze weer een poos mee kunnen. Dat bespaart meer grondstoffen en energie dan nieuw kopen of recyclen.”
Voor 100 procent circulariteit is een lange adem nodig. Hoe houdt u dat vol?
De Kok: “Omdat ik er zelf in gelóóf! Elk jaar komt er op de wereld qua bevolking twee keer Nederland bij – we móeten dus wel. En als ik in gesprek ga met een opdrachtgever of leverancier, dan zie ik dat tegenwoordig iedereen geïnteresseerd en betrokken is. Noemde je drie jaar geleden de term circulaire economie, dan keek men je met waterige oogjes aan. Die tijd is voorbij.”